ENGLISH | NEDERLANDS

Tree of Life: Ontstaan en evolutie van het leven op aarde

In een drietal vitrines is het ontstaan en de evolutie van het leven op aarde uitgebeeld met behulp van kinderspeelgoed. Het doel van de presentatie ‘The Tree of Life‘ is het opwekken van interesse voor en het duiden van de evolutie van het leven.

De presentatie is een doorlopende boom van het leven vanaf het ontstaan van de aarde – zo’n 4600 miljoen jaar geleden – tot nu. Ongeveer 100 objecten van speelgoed markeren bekende punten op die lange weg van evolutie.

In elk van de vitrines is een tijdlijn aangebracht bestaande uit een koperspiraal met een lengte van 5 meter. Elke centimeter van die spiralen komen overeen met een aantal jaren geschiedenis. In de eerste vitrine is dat ruim 7 miljoen jaar per centimeter, in de tweede 1,6 miljoen jaar en in de derde 400.000 jaar.

Vitrine 1
De eerste vitrine gaat vanaf het ontstaan van de aarde tot 1000 miljoen jaar geleden. De tijdlijn gaat van onderaan naar boven.

De eerste 1000 miljoen jaar was de aarde bezig af te koelen en de  vaste vorm aan te nemen zoals we die nu kennen. De continenten ontstaan en de waterdamp condenseert tot oceanen, meren en rivieren.

In die periode was de atmosfeer gevuld met warme gassen en vinden allerlei chemische reacties plaats. De primitieve gassen zwavelwaterstof, ammoniak en koolzuurgas vormen daarbij zuren, basen, koolhydraten en de eerste organische moleculen en later suikers en aminozuren, de bouwstenen van leven.

Het samenklitten van die eerste moleculen leidt tot actieve ketens zoals RNA. De eerste virussen en DNA ontstaan daaruit. De vroegste bacteriën zijn waarschijnlijk de cyanobacteriën, daarmee de eerste levensvorm. Deze hebben geen zuurstof nodig om zich in leven te houden, integendeel, zij produceren zuurstof als afvalproduct van hun spijsvertering. Tot dan kwam er geen vrije zuurstof op aarde voor omdat zuurstof zo makkelijk reageert met elke andere stof (verbranding).

Allerlei eencelligen ontwikkelen zich, algen, wieren, schimmels. De groene algen zorgen ook voor zuurstofproductie door zonne-energie te gebruiken voor de spijsvertering. Er vindt dan ook een zuurstofexplosie plaats op de inmiddels afgekoelde aarde.

In de laatste 1000 miljoen jaar van deze periode evolueren de eencelligen tot kolonies, tot de eerste meercellige sponzen en koralen en zweepdiertjes (plankton).

Vitrine 2
De tweede vitrine omvat de periode van 1000 miljoen jaar geleden tot 200 miljoen jaar geleden. De tijdlijn gaat van bovenaan – aansluitend op het einde van de eerste vitrine – naar beneden.

De evolutie van de ongewervelde dieren gaat verder tot wormen en slakken, eerst in water en dan ook op land. Vanuit algen en wieren ontstaan de eerste waterplanten.

In het Cambrium (circa 540 – 450 miljoen jaar geleden) vond een ware explosie van levensvormen plaats. Die hadden nog allemaal een uitwendig skelet als evolutie van de celwand. De belemnieten, trilobieten en nautilus schelpen getuigen ervan. Op land ontwikkelen zich de mossen en later de grassen. De eerste insecten en spinnen komen tot ontwikkeling in het Devoon en Carboon (450 – 300 miljoen jaar geleden). De naaktzadige planten (naaldbomen) ontstaan op land. In de zeeën ontstaan de eerste gewervelde dieren, met een inwendig skelet) in de vorm van haaiachtigen. In het Perm (300 – 250 miljoen jaar is er een explosie van vormen van insecten. Mieren, sprinkhanen, kevers en ook het lieveheersbeestje zijn hiervan de bekende soorten.

In het Trias tenslotte ontstaan de amfibieën zoals kikkers en padden en de slangen. De eerste dino’s zijn nog klein, maar wel talrijk. Tot dan planten alle dieren zich voort door eieren te leggen en deze met weinig broedzorg uit te laten komen. Tussen het geweld van de sauriërs ontstaan kleine buideldieren waarbij het ei veilig binnen gehouden wordt en het jong beschermd. Daaruit ontstaan dan de eerste levendbarende zoogdieren in de vorm van knaagdieren.

Vitrine 3
De derde vitrine gaat van 200 miljoen jaar geleden tot nu. De tijdlijn gaat van beneden – aansluitend op het einde van vitrine 2 – naar boven, het heden. Elke centimeter op de koperspiraal komt dus overeen met 400.000 jaar.

Hij begint met het tijdperk van de Jura en het Krijt. Jura (Jurassic Park) en Krijt zijn de bloeiperiode van de dinosaurussen, zowel op land als in de zee. We zien de massale wouden van de Jura en de grote grassteppen als de ideale levensomgeving voor deze dieren die dan ook heel groot worden. In de vitrine zijn als voorbeelden van de dino’s opgenomen de Stegosaurus, Allosaurus, Triceratops en Velociraptor. De Mosasaurus hoort daar natuurlijk ook bij, maar daarvan hebben we geen bruikbaar speelgoedmodel kunnen vinden. De vliegende dinosaurussen evolueren tot vogels. Reptielen, vissen en amfibieën ontwikkelen zich verder. Bij de zoogdieren ontwikkelen zich zeedieren als dolfijnen en walvissen. Ook ontstaan de vliegende zoogdieren, de vleermuizen.

Het Krijt komt ten einde met de massa-extinctie van circa 60 miljoen jaar geleden met de meteorietexplosie in Yucatan. Naar schatting verdwijnt daardoor 90% van de daarvoor levende soorten flora en fauna. Dat gaf de ruimte voor het ontstaan van geheel nieuwe levensvormen zoals bloeiende planten en de grotere zoogdieren: hoefdieren en roofdieren.

De dieren die we kennen uit de dierentuinen zijn in de laatste 50 miljoen jaar ontstaan. Ongeveer 20 miljoen jaar geleden kwam de eerste aapachtige te voorschijn. En nog weer later, ongeveer 8 miljoen jaar geleden, de Gorilla en wat later de chimpansee. De eerste aapmensen dateren van 3 miljoen jaar geleden.

Homo erectus circa 2 miljoen jaar gelden, de Neanderthaler ongeveer 600,000 jaar geleden en de moderne mens, Homo sapiens, ongeveer 300.000 jaar geleden.

Presentatie door Stichting Eugène Dubois in het Museum Ursulinenconvent te Eijsden, met steun van de gemeente Eijsden-Margraten