ENGLISH | NEDERLANDS

Dubois zomerlezing: De “discutabele” wetenschappelijke nalatenschap van Dubois, door dr. Paul Storm


Het hoofd van het levensgrote beeld van Pithecanthropus erectus dat Eugène Dubois maakte voor de wereldtentoonstelling van Parijs in 1900.

Zomerlezing, door Dr. Paul Storm

Het bestuur van de Stichting Eugène Dubois (SED) heeft de eer u uit te nodigen tot het bijwonen van de Dubois zomerlezing op zondag 17 juni van 11.00 – 13.00 uur.

De spreker is Dr. Paul Storm, paleoantropoloog, docent Hogeschool Rotterdam. Het thema is: De discutabele wetenschappelijke nalatenschap van Eugène Dubois.

Plaats: Museum het Ursulinenconvent, Breusterstraat 27 Eijsden. De entreeprijs voor deze lezing is vrij voor leden van het Genootschap Eugène Dubois.

De entreeprijs voor deze lezing is € 4 (zonder consumptie). De lezing is vrij voor leden van het Genootschap Eugène Dubois.

Toelichting

Bezeten van het idee om de “missing link” te vinden, gaf Eugène Dubois (1858-1940) in 1887 zijn carrière in Nederland op en reisde met vrouw en kind naar Indonesië. Een ongelofelijke daad, het was zoeken naar een speld in een hooiberg. Enorm veel doorzettingsvermogen heeft hem uiteindelijk in 1891 en 1892 bij het Javaanse plaatsje Trinil succes opgeleverd. Hier vond hij een kies, een schedelkapje en een dijbeen dat hij toeschreef aan één en hetzelfde wezen. Vanaf het moment dat hij zijn vondsten in 1894 presenteerde als zijnde de “missing link”, Pithecanthropus erectus, tussen mensaap en mens zijn ze onderwerp geweest van hevige discussies. En Dubois? Die is er in de verhalen die er over hem zijn geschreven niet altijd even goed vanaf gekomen. Dit vond Dubois zelf zorgwekkend; op 27 maart 1931 merkte hij op: “Nu ik oud ben denk ik terug aan mijn leven en tracht mijn eigen waarde te bepalen. Nu geloof ik dat ik altijd onderschat ben. In de meeste boeken word ik voorgesteld als de eerste de beste militaire arts die toevallig een belangrijke vondst deed.” Of gaan Dubois’ verdiensten voor de wetenschap verder, veel verder, dan deze “toevallige vondst”?